Select Page

Adolf en Catharina Croeser, bekend als ‘De burgemeester van Delft en zijn dochter’

Jan Havicksz. Steen, 1655, olieverf op doek, 106×96 cm
RijksmuseumVergroten

Auteurs

  • Ronald de Leeuw: kunsthistoricus (directeur van het Rijksmuseum)
  • Henk van Nierop: historicus (hoogleraar Nieuwe Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam)
  • Els Kloek: historica (onderzoeker bij het Huygens Instituut voor Nederlandse Geschiedenis)
  • Eric Jan Sluijter: kunsthistoricus (hoogleraar Kunstgeschiedenis van de Nieuwere Tijd aan de Universiteit van Amsterdam)
  • Frans Grijzenhout: kunsthistoricus (bijzonder hoogleraar Cultureel erfgoed, restauratie en conservering, in het bijzonder van roerende goederen)
  • Niek van Sas: historicus (hoogleraar Nieuwste Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam)

Artikelen

“Burgemeester” van Delft en zijn dochter

Ronald de Leeuw1

Het Rijksmuseum schaft, ondanks dat het museum al meer dan 20 schilderijen van Steen bezit, op 17 augustus 2004 voor 11.9 miljoen een werk van Jan Steen aan. Een zeer bijzonder werk, omdat het, volgens de toenmalig directeur van het Rijksmuseum, Ronald de Leeuw, een combiniatie van een portret, een stadsgezicht, genreachtige elementen en zelfs een klein bloemstilleven. Het is daarmee een uitzondering op de al meer dan twintig overwegend humoristische genrestukken die het Rijksmuseum reeds bezit. Het lijkt volgens de Leeuw alsof de jonge Steen een staaltje van zijn kunnen afgeeft.

Niemand heeft de figuren overtuigend kunnen identificeren. De Leeuw geeft een beschrijving van het tafereel. Volgens hem verwijst het naar de charitas van de zitter omdat het teruggrijpt naar een schilderij van Rembrandt uit 1648 en omdat op de achtergrond de Delftse kamer van Charitate is te zien. Ook de interpretatie van Simon Schama, die het schilderij koos als cover van zijn boek The Embarrassment of Riches, zou hier op duiden. Volgens Schama peinst de Delftse burger over het dilemma van de rijke Hollander, die beseft dat zijn welvaart vergankelijk is en ook hij eens beoordeeld zal worden.

Over iconen van de Gouden Eeuw

Henk van Nierop2

Van Nierop is het niet eens met de conclusie van de Leeuw over het cultuurhistorische belang en de ‘icoon’ waarde van het schilderij. In algemene zin vraagt hij zich af of een enkel kunstwerk überhaupt in staat is om de essentie van een samenleving of cultuur uit te drukken. 

 

en meer specifiek, wat het schilderij zo uniek maakt dat het de status van icoon (in de Engelse interpretatie van het woord) van ‘overvloed en onbehagen’ in de Hollandse Gouden Eeuw kan krijgen. 

vervolgens specifiek of het schilderij iets over de overvloed en het onbehagen in de Gouden Eeuw laten zien.

 

Volgens van Nierop kan geen enkel kunstwerk iets wezenlijks uitdrukken van de Nederlanders in die tijd. Kunstwerken kunnen verwijzen naar concrete gebeurtenissen en daarmee slechts iets zeggen over de culturele, politieke en artistieke context van die tijd.

 

De burgemeester van Delft, het meisje en de bedelaars

Els Kloek3

Jan Steen en de milddadigheid van de Delftse burger

Eric Jan Sluijter4

Feit en fictie bij Jan Steen

Frans Grijzenhout en Niek van Sas5

De “Burger van Delft”: een verklarende hypothese

Eric Jan Sluijter6

Dupliek: Een geduldig schilderij

Els Kloek7

Els Kloek reageert op de reactie van Grijzenhout en Van Sas op haar

 

Jan Havicksz. Steen, Leiden, ca. 1625-1679

Tips en truc’s voor het schrijven

Opdracht

Inleiding

U hebt nu inzicht verworven in de mogelijke ‘icoonwaarde’ van ‘De burger van Delft’ en kennisgenomen van de standpunten van verschillende onderzoekers aangaande de identiteit van de afgebeelde personen. Na de analyse van het discussiedossier gaat u schriftelijk verslag doen van uw bevindingen. Deze schrijfopdracht behelst het overzichtelijk, in eigen woorden in kaart brengen van het cultuurwetenschappelijke debat rondom ‘De burger van Delft’. Schrijf op basis van de gelezen literatuur een kort werkstuk over standpunten, interpretaties en discussies van en tussen de cultuurwetenschappers.

Aandachtspunten

Bespreek de visies van alle auteurs in de reader. Hanteer een academisch vertelperspectief. Dat houdt ten eerste in dat u een adequate beschrijving geeft van wat een auteur in een bepaalde tekst beweert. Bijvoorbeeld:

Els Kloek betoogt dat de identiteit van de burger van Delft (…) Eric Jan Sluijter laat zien hoe Jan Steen mogelijk te werk is gegaan bij (…) Dit kan volgens de auteur verklaard worden door (…) Maar een geheel andere visie is terug te vinden bij Grijzenhout en Van Sas. Anders dan hun critici stellen zij dat (…)

Citeren en parafraseren

Het gebruik van citaten is een manier om de tekst aantrekkelijk te maken en de argumenten van de bestudeerde auteurs weer te geven. Maar citeer met mate. Gebruik citaten vooral om de belangrijkste standpunten te expliciteren. En zorg ervoor dat deze citaten niet te lang zijn. Op die wijze moet voorkomen worden dat de tekst een aaneenschakeling wordt van aangehaalde zinnen en bijzinnen. U zult vooral moeten parafraseren, oftewel de gedachtegang van auteurs in eigen woorden weergeven. Het letterlijk overnemen van stukken tekst kan alleen wanneer door middel van aanhalingstekens duidelijk wordt gemaakt dat het om citaten gaat.

Stijl

U schrijft een korte wetenschappelijke tekst, geen verslag. Voorkom dus zinnen als ‘Ik schrijf dit werkstuk in het kader van de cursus etc.’

Eigen standpunt

Van u wordt verwacht dat u na bestudering van de stof een beredeneerd eigen standpunt kunt innemen in het wetenschappelijke debat. Zorg voor een goed onderscheid tussen feiten, visies van anderen en het eigen oordeel. Bedenk goed dat het innemen van een standpunt wat anders is dan het vellen van niet ter zake doende waardeoordelen. Eigen beweringen moeten voldoende onderbouwd worden. Indien noodzakelijk kan expliciet worden aangegeven waar uw eigen interpretatie begint. Bijvoorbeeld:

Dit zou erop kunnen wijzen dat (…) Mijns inziens hebben de auteurs weliswaar een punt maar (…) Wanneer ik beide visies tegen elkaar afweeg, lijken de schrijvers van De burger van Delft in hoge mate (…) In weerwil van wat Van Nierop beweert, meen ik dat (…)

Sommige studenten verwarren wetenschappelijke recensies en discussiedossiers met ongevraagde kritiek op de noeste arbeid van onderzoekers. Maar bedenk goed dat Frans Grijzenhout en Niek van Sas – zoals alle wetenschappers – bewust deelnemen aan een debat en juist willen dat er gereageerd wordt op hun werk. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling dat de ene auteur verdedigd wordt en de andere aangevallen. U schrijft dit korte werkstuk als cultuurwetenschapper in opleiding. Beschrijf nauwgezet de standpunten en visies van de auteurs en neem vervolgens beredeneerd en genuanceerd stelling in het debat.

Verwijzen naar de literatuur

U hoeft in deze cursus nog geen gebruik te maken van literatuurverwijzingen door middel van annotatie. Wel geeft u globaal aan waar u de informatie vandaan haalt. Bijvoorbeeld:

In zijn artikel ‘Over iconen van de Gouden Eeuw’ plaatst Henk van Nierop kanttekeningen bij (…) In hun reactie op de kritiek van Kloek en Sluijter tonen Grijzenhout en Van Sas dat zij (…) Dat Els Kloek het op dit punt oneens blijft met de auteurs van De burger van Delftwordt duidelijk uit haar tweede artikel waarin (…)

Het is in de cultuurwetenschappen gebruikelijk dat de titels van boeken worden gecursiveerd, en de titels van artikelen ‘tussen aanhalingstekens’ worden geplaatst. Om een voorbeeld te geven, u hebt het in uw tekst over het boek De burger van Delft. Een schilderij van Jan Steen en het artikel ‘Jan Steen en de milddadigheid van de Delftse burger’.

Omvang en structuur van de tekst

De omvang dient 1.200 à 1.500 woorden te zijn. U besteedt enerzijds aandacht aan de discussie over de status van icoon, anderzijds aan de discussie over de geportretteerden. Een mogelijke opbouw van uw korte werkstuk is:

  • Inleidende alinea ter oriëntatie (bijv. 200 woorden)
  • Debat over de icoonwaarde van het schilderij (bijv. 250 woorden)
  • Debat over de identiteit van de afgebeelde personen (bijv. 750 woorden)
  • Afsluiting, beredeneerd eigen standpunt (bijv. 200 woorden)

Let op: u brengt de verschillende meningen met elkaar in verband. De schrijfopdracht dient dus geen opsomming te worden van readertekst 1 tot en 7. Voorkom dus dat u uw aantekeningen ‘aan elkaar plakt’. Er wordt geen ‘staccato’ opsomming verwacht, maar een tekst bestaande uit Nederlandse volzinnen. Het geniet dus de voorkeur om in een nieuw document te gaan werken en geen passages te kopiëren uit uw aantekeningen.

Verder deelt u uw tekst adequaat in in paragrafen met een duidelijke interne structuur en samenhang. De paragrafen worden duidelijk ingeleid en afgesloten. Natuurlijk mag u kopjes gebruiken, maar doe dat enkel als u denkt dat deze relevant zijn.

Tot slot bevatten de alinea’s in uw tekst niet meer dan een hoofdgedachte en worden ze met elkaar verbonden door verbindingszinnen.

Vragen

  • Welke aspecten van het onderzoek van Grijzenhout en Van Sas worden bekritiseerd?
  • Welke argumenten dragen de verschillende auteurs aan om hun standpunt te onderbouwen?
  • Worden argumenten voldoende onderbouwd?
  • In welke mate pareren Frans Grijzenhout en Niek van Sas de kritiek?
  • Hoe pareren Grijzenhout en Van Sas de kritiek inhoudelijk?
  • Op welke wijze reageren de critici op de repliek van Grijzenhout en Van Sas?
  • Aan welke discussiepunten wordt de meeste aandacht geschonken?
Print Friendly, PDF & Email
  1. Leeuw, Ronald de, ‘”Burgemeester” van Delft en zijn dochter’, Bulletin van de Vereniging Rembrandt 14 (2004) afl. 3, 18-21.
  2. Nierop, Henk van, ‘Over iconen van de Gouden Eeuw. Overwegingen bij een schilderij van Jan Steen’, Bulletin van het Rijksmuseum 56 (2008) 286-293.
  3. Kloek, Els, ‘De burgemeester van Delft, het meisje en de bedelaars. Een nieuwe poging tot identificatie van het schilderij van Jan Steen’, Bulletin van het Rijksmuseum 56 (2008) 294-311.
  4. Sluijter, Eric Jan, ‘Jan Steen en de milddadigheid van de Delftse burger’, Bulletin van het Rijksmuseum 56 (2008) 312-330.
  5. Grijzenhout, Frans en Niek van Sas, ‘Feit en fictie bij Jan Steen. De burger van Delft opnieuw bezien’, Bulletin van het Rijksmuseum 56 (2008) 331-346.
  6. Sluijter, Eric Jan, ‘De “Burger van Delft”: een verklarende hypothese’, Bulletin van het Rijksmuseum, 56 (2008) 348-352.
  7. Kloek, Els, ‘Dupliek: Een geduldig schilderij’, Bulletin van het Rijksmuseum 56 (2008) 353-358.